Vouwtelefoons kunnen misschien nog steeds als nieuw aanvoelen, maar toch zijn we inmiddels zes generaties rijk van zowel de Z Fold als Z Flip van Samsung. En daarvoor hebben we allerlei prototypen voorbij zien komen. We hebben er ondertussen dus al jaren ervaring mee, en dit zijn de dingen die ons na al die tijd (nog steeds) tegenvallen.
Vouwtelefoons de toekomst?
Als je het over vouwtelefoons hebt, dan krijg je al snel een gesprek over de Z Fold of Z Flip van Samsung of de Razr-lijn van Motorola. Dit zijn verreweg de meest populaire opties als het gaat om deze relatief nieuwe categorie smartphones. Uiteraard hebben we ook nog de OnePlus Open, terwijl de Amerikanen voor de Google Pixel Fold kunnen gaan. En dan hebben we de opties van Xiaomi en Huawei nog. Hoewel foldables wel degelijk een aantal voorbeelden hebben, loopt het qua populariteit nog niet echt storm. De verkoopcijfers lopen vooralsnog achter op de volumes van zogenaamde candy bars.
En dat terwijl er best wat dingen voor zo’n opvouwbaar toestel te zeggen zijn. Met een verticale vouw krijg je bijvoorbeeld toegang tot een veel groter scherm, waardoor je er meer dingen op kunt doen en regelen. Daarnaast zijn de selfiecamera’s vaak beter, omdat je hiervoor de camera’s ‘achterop’ kunt gebruiken. Flipphones zijn daarnaast compacter, terwijl je op de grotere modellen wellicht wat beter kunt gamen. Maar dit zijn nou niet echt doorslaggevende elementen – als je een vouwtoestel hebt, heb je er een omdat je hem gewoon tof vindt.
Beschadigd scherm en accuduur
Daar is niets mis mee. Je mag gewoon iets kopen omdat je het tof vindt. Maar als gebruiker van zo’n smartphon heb je waarschijnlijk al gemerkt dat niet elk element even tof is. Zo kunnen we het ons voorstellen dat je wellicht vaker het scherm hebt laten repareren. De schermen op vouwtelefoons zijn dunner en flexibeler dan op traditionele modellen, en kunnen dus minder goed tegen een stootje. Daarnaast lopen ze sneller een krasje op. Kortom: als eigenaar van een opvouwbaar toestel, moet je er veel zuiniger op zijn dan een eigenaar van een ‘normaal’ model.
Veel mensen vinden de batterijduur vaak ook tegenvallen. Hoewel fabrikanten de laatste tijd wel flinke stappen in energiebeheer maken, lijken de accu’s in vouwtelefoons toch nog niet even lang mee te gaan als in traditionele modellen. Dat komt door twee dingen: het grotere scherm van Fold- en Open-modellen en waarschijnlijk ook door het gebrek aan ruimte in flipphones. Verder zit er (vaak) nog een opening in een dichtgebouwen toestel (bij het scharnier) waar vuil en viezigheid in kan komen, waardoor het scherm ook daardoor beschadigd kan worden.
De hogere prijs en software
Waar we ook niet omheen moeten draaien is de hogere prijs die je voor vouwtelefoons neerlegt. Nu zijn high-end of premium smartphones soms sowieso al niet te betalen, maar opvouwbare smartphones gooien er nog een scherpje bovenop. Als je puur kijkt naar de specificaties haal je niet altijd de betere deal in huis. We spotten weinig verschillen als het gaat om de processor, het werkgeheugen en de opslagruimte. Ook de schermen zijn vaak van hoge kwaliteit. Maar de camera’s vallen soms tegen, de accuduur is korter en het toestel is minder duurzaam.
Je zou kunnen stellen dat vouwbare toestellen hun prijs waard zijn. Want zeker op de Folds en Opens van deze wereld kun je merken dat je productiviteit hoger is. En met allerlei AI-opties krijg je waarschijnlijk nog meer voor elkaar… maar veel van die mogelijkheden zijn niet in het Nederlands beschikbaar. En het enige dat we daarover horen is dat die ondersteuning er later aankomt. Dit is geen specifiek nadeel van vouwtelefoons overigens, maar wel heel irritant. Want dáár zitten meestal de vernieuwingen in, en die lopen we in Nederland helaas mis.
En als we het dan toch over software hebben, laten we dan ook de software-optimalisatie benoemen. Nu hebben we daar veel verbeteringen in gezien. Motorola stelt ons in staat vrijwel elke app op het frontscherm van de Razr te gebruiken, terwijl OnePlus met Open Canvas een nieuwe stempel op multitasking drukt. Op het niveau van het besturingssysteem gaat het dus beter, maar niet elke app kan overweg met die extra schermen en schermruimte. Maar goed, daar hebben tablets ook nog steeds last van, ongeacht de verwoedde pogingen van Google.
Niet allemaal kommer en kwel
Is het dan allemaal kommer en kwel? Dat zeker niet. Zoals gezegd kun je gewoon voor vouwbare smartphones gaan. Maar dat doe je niet omdat ze per se zo handig of duurzaam zijn. Je haalt dit soort telefoons met een specifiek doel in gedachte (zo’n Flip of Razr past immers goed in een compacte handtas) of omdat je het gewoon cool vindt om met een moderne vouwtelefoon te lopen. Daar is niets mis mee. Maar op dit moment is er nog genoeg aan te merken op de ervaring in het algemeen, ongeacht het merk en ongeacht het toestel dat je op het oog hebt.
Heb jij een vouwtelefoon en zo ja, wat zijn jouw ervaringen? En als je er geen een hebt, waarom kies je daar dan niet voor? Laat het weten in de comments.
