Wat precies de eerste smartphone is, daar zijn de experts nog niet over uitgepraat. Maar één ding staat vast: de eerste iPhone heeft het begrip gepopulariseerd. Het monsterlijk grote scherm van 3,5 inch en bijbehorende resolutie van 480 bij 320 pixels, was slechts het begin van een periode waarin smartphoneschermen alsmaar groter werden.
Steeds grotere smartphones
Het duurde daarom niet lang voordat fabrikanten als Samsung en HTC lieten zien wat ze konden. Zo had de Galaxy 2 een hd-scherm van 4,3 inch, terwijl de HTC Sensation XL dat display oprekte naar 4,7 inch. Met de release van de eerste Galaxy Note kunnen we ons op de redactie nog een periode herinneren dat we die 5,3 inch wel héél erg groot vonden. Maar de phablettrend was toen ingezet, en werd flink doorgedrukt met de Galaxy Mega en zijn scherm van 6,3 inch. Dat was 2013. Ruim elf jaar later zien we dat er veel veranderd is in smartphoneland.
Soms hoor je nog wel eens om je heen dat mensen grotere smartphones wat onhandzaam vinden. Maar hoe komt het dan toch dat inmiddels het gros van de gebruikers telefoons hebben met displays variërend van 6 tot 6,8 inch? Dat is eigenlijk een beetje onze eigen schuld. Want bedrijven merken dat kleinere smartphones minder goed verkopen. Dat zien we bijvoorbeeld bij Google, die wat minder de nadruk legt op de Pixel 8 en meer op de Pixel 8 Pro. En anders wel bij Apple, die inmiddels de Mini-lijn geannuleerd heeft, na het twee jaar geprobeerd te hebben.
De Samsung Galaxy Mega uit 2013.
Hoe is dat zo gekomen?
Dat de smartphones mettertijd groter zijn geworden, heeft een aantal redenen. Ten eerste speelt mee dat we die dingen ook voor andere, niet-telefoon gerelateerde zaken zijn gaan gebruiken. Eén van de belangrijkste dingen is dat we ze gebruiken voor het internetgebruik. Informatie opzoeken, de weg opvragen, video’s bekijken, zelf content maken – we doen het allemaal met die zakcomputers. Hoe groter het scherm dan is, hoe beter informatie overgebracht wordt, aangezien daar simpelweg meer ruimte voor is. Datzelfde geldt voor het spelen van games.
Bovendien speelt ruimte ook mee. Hoe groter een smartphone, hoe meer ruimte voor interne onderdelen. Natuurlijk zijn veel componenten de afgelopen jaren geslonken, maar ondertussen willen fabrikanten wel meer dingen in hun producten stoppen. Chips voor nfc(-betalingen), gps, snelheidsmeters en wifi zijn aan de orde van de dag. En anders heb je een (magnetische) spoel nodig voor draadloos opladen. Om over de camera’s nog maar te zwijgen – die modules blijven ook maar groeien. Tot slot moet er een accu zijn met genoeg energie voor dagelijks gebruik.
Dat ze steeds meer kunnen en het langer volhouden, komt onder meer door de processor en accu onder de motorkap. Maar die onderdelen moeten hun warmte goed kwijt kunnen om optimaal gebruikt te kunnen worden. En je raadt het waarschijnlijk al: een grotere smartphone biedt meer ruimte aan voor het verplaatsen en verdrijven van hitte. Tot slot speelt de bevoorradingsketen er op in, waardoor fabrikanten ook eerder geneigd zijn grotere smartphones te maken. Het is vraag en aanbod, voor zowel de makers als de mensen die ze kopen.
Hoe gaat dat in de toekomst?
Over de toekomst van smartphonedisplays kun je een heel ander artikel wijden. Dat zal dan waarschijnlijk gaan om de schermtechnologie die we gaan gebruiken. Krijgen we apparaten met mini-led of micro-led? Voorlopig niet. Micro-led is nog niet in massaproductie, terwijl mini-led weinig populariteit geniet. Oled is immers een volwassen displaysoort, waardoor die technologie eerder verder ontwikkeld wordt. Dan kom je al gauw op efficiënte qd-oled uit, met een hogere helderheid en betere kleurenoutput. Maar de technologie is vooralsnog te jong.
In het context van dit artikel is dat echter een zijspoor. Want voor de schermgroottes maakt het – in de basis – waarschijnlijk weinig uit waar de industrie naartoe leunt. Natuurlijk kosten nieuwe displayvarianten veel geld, helemaal als de schermen nog groter worden, waardoor fabrikanten daar voorzichtig mee omgaan. Veel van die bedrijven hebben overigens al gekozen voor vouwbare schermen, zoals we die zien op de Galaxy Fold, OnePlus Open en soortgelijke smartphones. De kans is groot dat de markt als geheel die kant op gaat bewegen.
Dan krijg je het beste van beide werelden: en een (redelijk) compacte smartphone, en een telefoon met een groot scherm. Dan moeten er eerst nog wel wat problemen aangepakt worden, die voornamelijk te maken hebben met softwareondersteuning. Bovendien kunnen we het ons voorstellen dat er mensen zijn die alsnog kleinere schermen prefereren, waardoor de Galaxy Flip en Motorola Razr in populariteit kunnen toenemen. Maar dat zal de algehele ontwikkeling van steeds groter wordende smartphoneschermen waarschijnlijk niet doen tegenhouden.
Heb jij liever een grotere of een kleine smartphone? En wat verwacht jij van de toekomst? Deel je gedachten in de comments!